Iets essentieels dat ik heb opgemerkt over het werk van Fen - met wie ik het genoegen had om te ontmoeten en uitgebreid te praten in El Salvador - is dat elk stuk beweging uitbeeldt. De kunst draait om actie, over onderwerpen die presteren, doen. Het communiceert beweging als een kernprincipe. De waarheid wordt alleen gevonden door middel van beweging. Als iets niet beweegt, dan neemt het niet deel aan de realiteit. De fysieke wereld van atomen is kinetisch bekend; het rationele rijk van bits (computeren) en cognitie (brein) is alleen bekend door abstracties en gedachten. Als iets niet kinetisch is, of de kinetische niet beïnvloedt, dan verblijft het per definitie alleen in de geest. Dat betekent dat het inert is - het beweegt niet. Als het uitsluitend in gedachten bestaat, nooit atomen verplaatst of anderen inspireert om energie uit te geven en de fysieke realiteit productief te herschikken op waarneembare manieren, is het niet te onderscheiden van fantasie. Iets kan alleen als rationeel worden gekend, en niet als waanidee, als het contact maakt met het empirische. Als het kan bestaan wanneer het wordt blootgesteld aan zonlicht. Dit wordt uitsluitend ontdekt door kinetische decreet: het onderwerpen aan falsifieerbaarheid en observatie, kijken of het productieve beweging creëert of zich verhoudt tot beweging die al bestaat. Het rationele zegt "Wat als?", het empirische herinnert je eraan "Wat is". Als "Wat als?" niet kan overleven en "Wat is" kan verheffen, dan is het fictie, omdat het alleen in de geest werkt. Het rationele is hoe we de toekomst conceptualiseren, hoe we het onbekende of nieuwe navigeren; het empirische zijn de wortels die je laten weten of die rationele bloem daadwerkelijk kan bloeien. Zonder gegenereerde actie kan de waarheid niet worden gekend. De waarheid wordt gevonden door middel van beweging. Als het ertoe doet, beweegt het; als het niet beweegt, doet het er niet toe. Het werk van Fen is fundamenteel conservatief/rechts/mannelijk omdat het zich richt op het empirische. Het illustreert het kinetische, niet het comfort van pure abstractie. Dit principe strekt zich verder uit dan kunst - het heeft implicaties voor alles, van AGI en de noodzakelijke belichaming ervan tot geschaalde politieke coördinatie. Het is een uitbreiding van orde en chaos: het mannelijke en vrouwelijke, het empirische en rationele, het conservatieve en liberale. Universele wetten waaraan alle dingen zich onderwerpen met verschillende steigers. Je moet een mix van beide hebben om te overleven en te gedijen. Pure empirisme en je kruipt alleen omdat je nooit vraagt "Wat als?"; pure rationalisme en je drijft alleen, omdat je nooit "Wat is" aanraakt. Alleen door beide te combineren conceptualiseren we een vliegtuig en geven we het vlucht. Mijn volgende 'Stackhouse-essay' illustreert precies deze kruising, en het voelt als een toevalligheid dat het werk van Fen steeds weer op mijn TL verschijnt terwijl ik het schrijf. Meer van het werk van Fen in de reacties, en een ander gerelateerd essay.