De Oude Wereld had natuurlijk zijn tekortkomingen en onrechtvaardigheden, maar de noblesse oblige die aanwezig was in een systeem van heerschappij door heren was veel minder hard dan die van het neo-feodalisme door tech-, advies- en bankoligarchen. Neem bijvoorbeeld deze quote van Carl Bridenbaugh over de relaties van de Old Dominion en Maryland gentry met de lokale boeren en kleine huurders: “Noblesse oblige maakte net zo goed deel uit van de leer van de Chesapeake gentry als van het oude regime in Frankrijk. De inferieure en middelmatige mensen vonden de eigenaar van het grote landgoed over het algemeen beleefd, vriendelijk en de eerlijke en begripvolle rechter in de quorum, klaar om een helpende hand te bieden voordat zijn hulp werd ingeroepen. Een gentleman kende zijn buren van elke rang en noemde hen bij naam. Bovenal waren de leidende plantage-eigenaren doordrongen van de overtuiging dat zij een klasse vormden wiens verplichtingen om goed te dienen en te regeren moesten worden vervuld in ruil voor de privileges die hun geboorterecht waren.” Evenzo beschreef Skidelsky hoe zo'n relatie eruitzag voor de gentry in zijn biografie van de beruchte Oswald Mosley. Hij merkte op, over Mosley’s grootvader, een rijke en machtige landeigenaar: "Mosley's geliefde en aanbiddende grootvader was duidelijk een paternalist van de oude school, die zijn verplichtingen en zijn rechten zeer serieus nam. Hij was niet zonder ondernemerschap: de diversificatie van akkerbouw naar veeteelt om de Noord-Amerikaanse graaninvasies van de jaren 1880 het hoofd te bieden, redde de economie van Rolleston voor een volgende generatie. Als jonge man werkte hij met zijn arbeiders op het veld van zonsopgang tot zonsondergang. Hij fokte een prijswinnende shorthorn kudde, stelde zijn stamboekbullen ter beschikking van zijn huurders voor een nominale vergoeding, en verlaagde een deel van hun huren in moeilijke tijden. Hij bouwde cottages en een recreatiezaal voor zijn werknemers, onderhoudt een school voor hun kinderen, een armenhuis voor de ouderen, een kerk voor hun geestelijke gezondheid, en opende zijn terreinen voor feesten en kermissen voor hun vermaak. Zijn zorgzaamheid nam op een gegeven moment een positief Tolstoyaanse wending toen hij begon met het bakken van een speciale volkorenbrood in de stenen molen van Rolleston: ‘Standard Bread’ voorzag Northcliffe's Daily Mail van een van zijn vroegste journalistieke stunts, en Rolleston werd overspoeld met verzoeken om monsters van de gezondheidsbevorderende broden." Kan hetzelfde gezegd worden van Bezos? Van Zuckerberg? Van Jamie Dimon? Lol, nee. De enige die zelfs maar in de buurt komt van het model van de Anglo-Normandische gentry en noblesse oblige, zoals @GraduatedBen terecht opmerkte, is Tim Mellon. Maar de meeste van onze oligarchen zijn geen Tim Mellon.