"llms veroorzaken psychose" lijkt vergelijkbaar met zeggen "spiegels veroorzaken lichaamsdysforie" - niet omdat llms spiegelachtig zijn, maar omdat ze het voertuig zijn voor een bestaande aanleg. Ze bieden een oppervlak dat bepaalde cognitieve/perceptuele patronen in staat stelt zich te uiten. Wat minder duidelijk is, is of de tegenfeitelijke voor een relevant geval "lage waarschijnlijkheid van uiting van de aanleg" of "breedweg equivalente percentages" is. Ik denk dat het plausibel is dat gemakkelijke toegang betekent dat de triggerpercentages iets hoger zijn, maar voor zover ik weet heeft niemand dit empirisch onderzocht en extrapoleert men voornamelijk uit anekdotische gegevens.